NJ 1999, 308
Opgelegde straf — zeven geldboetes drieduizend gulden — onvoldoende gemotiveerd / nu verdachte heeft aangevoerd dat hij is aangewezen op sociale uitkering, behoeft nadere verklaring hoe hij in staat moet worden geacht deze boetes te voldoen
HR 06-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1280, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 1998
- Magistraten
Hermans, Davids, Bleichrodt, Corstens, Orie
- Zaaknummer
107923E
- Conclusie
wnd. A-G Jörg
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
ZD1280
- JCDI
JCDI:ADS117034:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1280, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑1998
- Wetingang
Sr art. 24; Sv art. 359 lid 5
Essentie
De opgelegde straf — zeven geldboetes van drieduizend gulden — is onvoldoende gemotiveerd. Nu de verdachte heeft aangevoerd dat hij is aangewezen op een sociale uitkering, behoeft het nadere verklaring waarom verdachte in staat moet worden geacht deze boetes te voldoen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 7 februari 1996 in de strafzaak tegen Y.K., te Rotterdam, adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 'overtreding van een voorschrift ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.