NJ 1999, 61
Gebruik op verdovende middelen gelijkende waar in lifttrapportaal 54 APV Amsterdam (oud) niet onverbindend wegens strijd met EVRM, nu norm in zoverre is geconcretiseerd dat het gaat om in dit artikel omschreven gedrag in — o.m. — portaal
HR 01-09-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1270
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 1998
- Magistraten
Hermans, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
107436
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1270
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1270, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑1998
- Wetingang
Sr art. 1 lid 1; EVRM art. 7; APV Amsterdam art. 54 (oud)
Essentie
Gebruik van op verdovende middelen gelijkende waar in een lifttrapportaal. Art. 54 APV Amsterdam (oud) is niet onverbindend wegens strijd met het EVRM, nu de norm in zoverre is geconcretiseerd dat het gaat om in dit artikel omschreven gedrag in — onder meer — een portaal.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 2 april 1996 in de strafzaak tegen L.L.L., te Amsterdam, ten tijde van het instellen van beroep in cassatie gedetineerd in de Penitentiaire Vormingsinrichting 'De Kruisberg' te Doetinchem, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.