NJ 1999, 89
Vordering wijziging tenlastelegging in hoger beroep ten onrechte toegelaten: inleidende dagvaarding vóór 2 nov. 1996 uitgegaan / geen cassatie nu bij verdachte geen onduidelijkheid bestond over verwijt en wijziging in feite correctie kennelijke schrijffout betrof
HR 08-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC8327, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juli 1998
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
107646
- Conclusie
wnd. A‑G Jörg
- Noot
J. de Hullu
- LJN
ZC8327
- JCDI
JCDI:ADS73980:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC8327, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑07‑1998
- Wetingang
Sv art. 313 lid 1; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
Vordering wijziging tenlastelegging in hoger beroep ten onrechte toegelaten: inleidende dagvaarding vóór 2 nov. 1996 uitgegaan. Geen cassatie nu bij verdachte geen onduidelijkheid bestond over verwijt en wijziging in feite correctie kennelijke schrijffout betrof.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 juli 1997 in de strafzaak tegen P.C.O., te Sittard, adv. mr. R.J.H. Corten te Sittard.
Hof:
Wijziging tenlastelegging in hoger beroep
4.1
Aan de verdachte is bij inleidende dagvaarding het volgende tenlastegelegd:
zij op of omstreeks 20 december 1995 te Weert, gemeente Meerssen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.