NJ 1998, 860
Ontvankelijkheid benadeelde partij / onder ‘maatregel’ in 361.2.a Sv valt ook de maatregel 37.1 en 37a.1 Sr opgelegd als verdachte feit niet kan worden toegerekend
HR 23-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1209
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 1998
- Magistraten
Haak, Van Erp Taalman-Kip Nieuwenkamp, Schipper, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
107659
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1209
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1209, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑1998
- Wetingang
Sr art. 37 lid 1; Sr art. 37a lid 1; Sr art. 39; Sv art. 51a; Sv art. 361 lid 2 onder a; BW art. 6:162 lid 1; BW art. 6:162 lid 3; BW art. 6:165 lid 1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 28 februari 1997 in de strafzaak tegen W.G.M.I. ten tijde van de bestreden uitspraak verblijvende in het Huis van Bewaring 'De Weg' te Amsterdam, adv. mr. G. Spong.
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.