NJ 1999, 87
Vrijspraak; OM-cassatie / aan toetsing begrijpelijkheid 's hofs oordeel dat verhoor bedreigde getuige door R-C geen verhoor cfm. 226c-226f Sv is en dat dit verzuim niet hersteld kan worden, kan HR niet toekomen, nu vrijspraak (geen eerlijk proces; bewijsuitsluiting; niet voldoende ander bewijs) door hof vrijspraak cfm. 430 Sv is
HR 23-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC8325, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1998
- Magistraten
Haak, Koster, Schipper, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
107600
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
ZC8325
- JCDI
JCDI:ADS73981:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC8325, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1998
- Wetingang
Sv art. 226c; Sv art. 430 lid 1
Essentie
Vrijspraak; OM-cassatie. Aan toetsing van de begrijpelijkheid van 's hofs oordeel dat het verhoor van de bedreigde getuige door de R-C geen verhoor cfm. art. 226c-226f Sv is — er is slechts gevraagd of de bedreigde getuige bij zijn eerder, met schending van ‘equality of arms’ beginsel, afgelegde verklaring is gebleven — en dat dit verzuim niet hersteld kan worden, kan de HR niet toekomen, nu de vrijspraak (geen eerlijk proces; bewijsuitsluiting; niet voldoende ander bewijs) door het hof een vrijspraak cfm. art. 430 Sv is.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.