NJ 1999, 135
Niet opmaken p.-v. waarschuwingsschot; rechtmatigheid gebruik dienstwapen
HR 16-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1228, m.nt. J. Naeyé
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 1998
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Orie
- Zaaknummer
107585
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
J. Naeyé
- LJN
ZD1228
- JCDI
JCDI:ADS117031:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1228, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑1998
- Wetingang
Sv art. 152; Sv art. 338; Sv art. 358 lid 3; Pol.w 1993 art. 8; Ambtsinstructie voor de politie art. 7 lid 1 onder a; Ambtsinstructie voor de politie art. 7 lid 1 onder b; Ambtsinstructie voor de politie art. 10; Ambtsinstructie voor de politie art. 11
Essentie
1. Het niet vermelden in het ambtsedig proces-verbaal van het lossen van een waarschuwingsschot levert niet een zodanige inbreuk op beginselen van behoorlijke procesorde op dat dit tot niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie zou kunnen leiden.
2. Ten onrechte is een waarschuwingsschot gelost. Nu verdachte daarop gericht op verbalisant schoot, zijn het daarop volgende gericht schieten op de verdachte en de daaruit voortgekomen aanhouding niet onrechtmatig.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 8 april 1997 in de strafzaak tegen R.A.M. de W., te Tilburg, adv. mr. C. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.