NJ 1998, 695
Toereikend bewijs ‘zich wederrechtelijk toeëigenen’ cfm. 321 jo. 323 Sr: bewindvoerder (mededader) verstrekte zonder toestemming rechthebbende gelden van rechthebbende aan verdachte ter lening / toereikend bewijs ‘opzettelijk zich wederrechtelijk toeëigenen’ cfm. 321 Sr: verdachte beschikte zonder toestemming over gelden; tijdelijk zich heerschappij over eens anders goed verschaffen kan toeëigening opleveren
HR 12-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1034
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 mei 1998
- Magistraten
Haak, Koster, Schipper
- Zaaknummer
107307
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD1034
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1034, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑05‑1998
- Wetingang
BW art. 1:431; BW art. 1:441 lid 2 onder a; Sr art. 321; Sr art. 323
Essentie
1. Toereikend bewijs ‘zich wederrechtelijk toeëigenen ’ cfm. art. 321 jo. 323 Sr: bewindvoerder (mededader) verstrekte zonder toestemming van rechthebbende gelden van rechthebbende aan verdachte ter lening.
2. Toereikend bewijs ‘opzettelijk zich wederrechtelijk toeëigenen cfm. art. 321 Sr: verdachte beschikte zonder toestemming over gelden; tijdelijk zich heerschappij over eens anders goed verschaffen kan toeëigening opleveren.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 februari 1997 in de strafzaak tegen J., te 's-Gravenhage, adv. mr. J.M. Sjöcrona te 's-Gravenhage.