NJ 1998, 696
Onderzoek verricht in verband met onverklaarde afwezigheid raadsman / resultaat daarvan in casu onvoldoende grondslag voor beslissing om onderzoek voort te zetten
HR 21-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1029
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 1998
- Magistraten
Hermans, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
107037
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1029
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1029, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑1998
- Wetingang
Sv art. 51; EVRM art. 6 lid 3 onder c
Essentie
Onderzoek verricht in verband met onverklaarde afwezigheid van raadsman. Resultaat daarvan in casu onvoldoende grondslag voor beslissing om het onderzoek voort te zetten.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 maart 1997 in de strafzaak tegen R.H., te Utrecht, adv. mr. S.B. Kleerekooper te Utrecht.
Cassatiemiddel:
Het recht is geschonden en/of op straffe van nietigheid in acht te nemen vormen zijn verzuimd. In het bijzonder is artikel 51 Sv geschonden.
Toelichting:
De dagvaarding aan requirant is overeenkomstig de wettelijke bepalingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.