NJ 1998, 675
Bij vergissing verdachtes op eerdere zitting afgelegde verklaring als bewijsmiddel vermeld in plaats van eerdere p.-v. zitting voorzover inhoudende die verklaring / toewijzing vordering benadeelde partij ontoereikend gemotiveerd; verweer over medeschuld slachtoffer niet beoordeeld.
HR 14-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1017
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 1998
- Magistraten
Hermans, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
106932
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD1017
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1017, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑1998
- Wetingang
BW art. 6:101; Sv art. 334; Sv art. 341 lid 2; Sv art. 361 lid 1
Essentie
1. Bij vergissing is verdachtes op eerdere zitting afgelegde verklaring als bewijsmiddel vermeld in plaats van proces-verbaal eerdere zitting voorzover inhoudende die verklaring.
2. Toewijzing vordering benadeelde partij ontoereikend gemotiveerd; verweer over medeschuld slachtoffer niet beoordeeld.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 18 februari 1997 in de strafzaak tegen J.A., te Coevorden, adv. mr. J.C. Zevenberg te Rijswijk.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 'zware mishandeling' veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, alsmede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.