NJ 1998, 646
Telastelegging 242 Sr voldoende duidelijk / oordeel dat omschrijving ‘feitelijkheid’ als ‘misbruik maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’ voldoende duidelijk is / geen onjuiste rechtsopvatting
HR 07-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1005
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 1998
- Magistraten
Hermans, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
107253
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1005
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1005, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑1998
- Wetingang
Essentie
Telastelegging art. 242 Sr voldoende duidelijk. Oordeel dat omschrijving van ‘feitelijkheid’ als ‘misbruik maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’ voldoende duidelijk is. Geen onjuiste rechtsopvatting.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 januari 1997 in de strafzaak tegen J.P.H. van der L., te Maastricht, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage.
Hof:
Tenlastelegging
Tenlastegelegd dat:
1
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 april 1993 tot en met 24 november 1993, in de gemeente Maastricht, meermalen door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.