NJ 1998, 558
Bemiddeling bij schijnhuwelijken/geen onjuiste uitleg ‘behulpzaam zijn’ ex 197a Sr/ondanks voornemen wetgever tot aparte strafbaarstelling strafbaarheid bemiddeling uit winstbejag ex 197a Sr
HR 07-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1001
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 1998
- Magistraten
Hermans, Davids, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Aaftink
- Zaaknummer
106619
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1001
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1001, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑1998
- Wetingang
Uitv.overeenkomst Akkoord van Schengen art. 27 lid 1; Sr art. 48; Sr art. 197a
Essentie
1. Bemiddeling bij schijnhuwelijken. Ook zij die niet behulpzaam zijn bij verschaffen toegang tot Nederland, maar wel bij het wederrechtelijk verblijf, zijn strafbaar op grond van art. 197a Sr.
2. Geen onjuiste uitleg ‘behulpzaam zijn’ ex art. 197a Sr.
3. Bemiddeling (uit winstbejag) bij schijnhuwelijken is ondanks voornemen wetgever tot aparte strafbaarstelling strafbaar op grond van art. 197a Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 oktober 1996 in de strafzaak tegen G.J., te Leiden, adv. mr. G.P. Hamer te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.