NJ 1998, 408
Herhaalde overtreding 1 Rijtijdenwet 1936 / nieuwe 24-uursperiode cfm. 8 lid 1 Vo. (EEG) 3820/85 kan aanvangen als eerdere 24-uursperiode is verstreken
HR 20-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0904
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 1998
- Magistraten
Haak, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Schipper
- Zaaknummer
106532E
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD0904
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD0904, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑1998
- Wetingang
Rijtijdenbesl. art. 17
Essentie
Toereikend bewijs van meermalen overtreden van een voorschrift krachtens art. 1 Rijtijdenwet 1936. Een nieuwe 24-uursperiode cfm. art. 8 lid 1 Vo. (EEG) 3820/85 kan aanvangen op het tijdstip waarop een eerdere periode van 24 uur is verstreken.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, van 6 januari 1997 in de strafzaak tegen H.T. BV, te Oldenzaal, adv. mr. J.M. Sjöcrona te 's-Gravenhage.
Hof:
Bewezenverklaring
Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
1
J.G.O. in de periode van 4 april 1994 tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.