NJ 1998, 464
's Hofs beslissing te beletten dat gevolg werd gegeven aan door raadsman aan getuige gestelde vraag, ontoereikend gemotiveerd
HR 13-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC8322
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 1998
- Magistraten
Hermans, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
106439
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZC8322
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC8322, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑1998
- Wetingang
Sv art. 288; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
's Hofs beslissing, houdende het beletten dat gevolg werd gegeven aan een door de raadsman aan de getuige gestelde vraag, is ontoereikend gemotiveerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 juli 1995 in de strafzaak tegen T.J.K., te Emmen, adv. mr. L.J.L. Heukels te Haarlem.
Hof:
Verhoor van een getuige
De raadsman van de verdachte stelt de getuige de vraag of hij in 1988 vervolgd is terzake van fraude in de goudhandel ten tijde van de zogenaamde NMB-affaire en deelt mede dat hij met zijn vraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.