NJ 1998, 607
Piramidespel / dwang cfm. 284 Sr en optreden organisatie feitelijkheid cfm. dat artikel / feitelijkheid in 284 Sr niet minder ruim dan feitelijkheid in 242 Sr / kleine rechtshulp / aan inwilliging rogatoire commissie te stellen eisen
HR 06-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC8317
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 januari 1998
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
3737
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZC8317
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC8317, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑01‑1998
- Wetingang
Essentie
1. Piramidespel. Niet onbegrijpelijk oordeel rechtbank dat i.c. sprake is van dwang cfm. art. 284 Sr en dat optreden organisatie een feitelijkheid cfm. dat artikel is. Feitelijkheid in art. 284 Sr is niet minder ruim dan feitelijkheid in art. 242 Sr.
2. Kleine rechtshulp. Voor inwilliging rogatoire commissie is niet vereist dat aan verzoek ten grondslag liggend feit naar recht verzoekende en aangezochte partij feit van dezelfde aard oplevert of dat betrokken persoon geen onderdaan aangezochte partij is.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.