NJ 1998, 352
Verdachte heeft geen onbeperkte aanspraak op schriftelijke vertaling processtukken; slechts in bijzondere gevallen kan niet met vertolking worden volstaan en is vertaling noodzakelijk / in casu geen schending 6 EVRM
HR 16-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0228, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1997
- Magistraten
Haak, Davids, Bleichrodt, Koster, Aaftink
- Zaaknummer
105895
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
ZD0228
- JCDI
JCDI:ADS160002:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0228, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1997
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 3 onder a; EVRM art. 6 lid 3 onder b; EVRM art. 6 lid 3 onder d; EVRM art. 6 lid 3 onder e
Essentie
Verdachte heeft geen onbeperkte aanspraak op schriftelijke vertaling van processtukken; slechts in bijzondere gevallen kan niet met vertolking worden volstaan en is vertaling van bepaald processtuk noodzakelijk/in casu geen schending van art. 6 EVRM.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 14 juni 1996 in de strafzaak tregen S.C.Z., te Leusden, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Grittenborgh' te Hoogeveen, adv. dr. D.J.P.M. Vermunt te Doetinchem.
Hof:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard is:
1
primair: hij op 22 april 1995 te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.