NJ 1998, 289
Aanvang redelijke termijn /oordeel dat termijn van 6 lid 1 EVRM niet is aangevangen op datum inverzekeringstelling maar pas op dag dat hof, na op grond 12 Sv gedaan beklag, OvJ heeft bevolen strafvervolging in te stellen, geen onjuiste rechtsopvatting
HR 02-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0878
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Aaftink
- Zaaknummer
106063
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD0878
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0878, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑1997
- Wetingang
Sv art. 12; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Aanvang redelijke termijn. 's Hofs oordeel dat de termijn van art. 6 lid 1 EVRM niet is aangevangen op de datum van inverzekeringstelling maar pas op de dag dat het hof, na een op grond van art. 12 Sv gedaan beklag, de officier van justitie heeft bevolen een strafvervolging in te stellen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 22 november 1996 in de strafzaak tegen H.S., te Haastrecht, adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.
Procesgang
- —
de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.