NJ 1998, 228
Voor instellen strafrechtelijk financieel onderzoek cfm. 94 Sv gelegd beslag kan slechts als beslag cfm. 94a Sv worden gehandhaafd nadat daartoe schriftelijke machtiging R-C cfm. 103 lid 1 Sv is verkregen
HR 18-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0866
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 november 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
3744
- Conclusie
A-G van Dorst
- LJN
ZD0866
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0866, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑11‑1997
- Wetingang
Sv art. 94; Sv art. 94a; Sv art. 103 lid 1; Sv art. 126f lid 1; Sv art. 126f lid 4
Essentie
1. Een vóór het instellen van het strafrechtelijk financieel onderzoek cfm. art. 94 Sv gelegd beslag kan slechts als een beslag cfm. art. 94a Sv worden gehandhaafd nadat daartoe een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris cfm. art. 103 lid 1 Sv is verkregen.
2. De stelling dat een beslag cfm. art. 94a Sv moet voortduren zolang het strafrechtelijk financieel onderzoek niet is geëindigd, ook al komt vast te staan dat een ander dan de veroordeelde eigenaar is van het inbeslaggenomen voorwerp, is onjuist.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.