NJ 1998, 137
Afwijzing verzoek getuigen te horen ex 280 lid 4 Sv / HR leest ‘niet in zijn verdediging geacht wordt te zijn geschaad’ als ‘niet in zijn verdediging geacht wordt te kunnen zijn geschaad’ / 's hofs afwijzing verzoek is, mede gelet op aangevoerde, niet zonder meer begrijpelijk
HR 04-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0850
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 1997
- Magistraten
Hermans, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
105906
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- LJN
ZD0850
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0850, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑1997
- Wetingang
Essentie
Afwijzing verzoek getuigen te horen ex art. 280 lid 4 Sv. 1. Hoge Raad leest ‘niet in zijn verdediging geacht wordt te zijn geschaad’ als ‘niet in zijn verdediging geacht wordt te kunnen zijn geschaad’. 2. 's Hofs afwijzing van het verzoek is, mede gelet op het aangevoerde, niet zonder meer begrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 oktober 1996 in de strafzaak tegen M.B.F.H., te Roosendaal, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Noordsingel' te Rotterdam, adv. mr. B.A. Vink ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.