NJ 1998, 177
Voorbereiding moord/hof had moeten responderen op verweer dat sprake was van vrijwillige terugtred/toch geen cassatie, nu omstandigheid dat politie verdachte en zijn mededaders op de hielen zat niet kan worden aangemerkt als van wil verdachte afhankelijke omstandigheid cfm. 46b Sr
HR 04-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0849
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 1997
- Magistraten
Haak, Koster, Schipper
- Zaaknummer
105894
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD0849
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0849, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑1997
- Wetingang
Sr art. 46b; Sv art. 358 lid 3; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
Voorbereiding van moord. Hof had moeten responderen op verweer dat sprake was van vrijwillige terugtred. Toch geen cassatie, nu de omstandigheid dat de politie de verdachte en zijn mededaders op de hielen zat niet kan worden aangemerkt als een van de wil van verdachte afhankelijke omstandigheid cfm.art. 46b Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 juli 1996 in de strafzaak tegen K.M.C., te Heesch, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Schie' te Rotterdam, adv. mr. M. Moszkowicz te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.