NJ 1998, 212
Vervolgingsuitlevering aan BRD / oordeel dat onschuld opgeëiste persoon onverwijld is aangetoond op grond geloofwaardige getuigenverklaringen geeft niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk
HR 28-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0842
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 oktober 1997
- Magistraten
Hermans, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
106489U
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD0842
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0842, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑10‑1997
- Wetingang
Essentie
Vervolgingsuitlevering aan BRD. Het oordeel dat de onschuld van de opgeëiste persoon onverwijld is aangetoond op grond van geloofwaardige getuigenverklaringen geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Groningen van 26 februari 1997 omtrent een verzoek van de Bondsrepubliek Duitsland tot uitlevering van G.J.K., te Nieuwenschans.
Rechtbank:
Onschuldverweer
4
De raadsman heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verweer gevoerd.
'Blijkens de stukken steunt de verdenking tegen mijn cliënt slechts op de verklaring van Sacha Lange.
Cliënt verbleef op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.