NJ 1998, 173
Nemo tenetur-beginsel / vordering ex 19 WED tot inzage in bescheiden niet in strijd met 6 lid 1 EVRM, ook al zou sprake zijn geweest van verdenking / 29 Sv ziet niet op afgeven administratieve bescheiden
HR 21-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0834
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 oktober 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
105652E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD0834
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0834, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑10‑1997
- Wetingang
Sv art. 29; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 2; WED art. 19
Essentie
Nemo tenetur-beginsel. De vordering ex art. 19 WED tot inzage in bescheiden is niet in strijd met art. 6 lid 1 EVRM, ook al zou er sprake zijn geweest van een verdenking. Art. 29 Sv ziet niet op afgeven van administratieve bescheiden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Economische Kamer, van 12 september 1996 in de strafzaak tegen C.T.K., te Hellevoetsluis, adv. mr. J.B. Vallenduuk te Haarlem.
Hof:
Bewezenverklaring
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij op 16 mei 1994 te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.