NJ 1998, 136
Berechting bij verstek na betekening cfm. 588 lid 3 onder c Sv: afstand aanwezigheidsrecht? / nu verdachte in appelakte detentieadres had opgegeven moest Rb. onderzoeken of detentie nog voortduurde
HR 14-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0823
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 oktober 1997
- Magistraten
Hermans, Davids, Bleichrodt, Schipper, Corstens
- Zaaknummer
106266
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD0823
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0823, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑1997
- Wetingang
Sv art. 271; Sv art. 277 lid 3; Sv art. 588 lid 3 onder c; EVRM art. 6 lid 1; IVBP art. 14 lid 3 onder d
Essentie
Berechting bij verstek na betekening cfm. art. 588 lid 3 sub c Sv: afstand aanwezigheidsrecht? Nu verdachte in appelakte detentieadres had opgegeven moest rechtbank onderzoeken of detentie nog voortduurde.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda van 16 september 1996 in de strafzaak tegen E.D., te Roosendaal, adv. mr. S.C.M. Asselbergs te Bergen op Zoom.
Rechtbank:
Uitspraak
De Rechtbank heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Kantonrechter te Bergen op Zoom van 19 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.