NJ 1997, 642:Richtlijnen cfm. 80 jo. 81 Wet personenvervoer niet van toepassing op opsporingsambtenaren cfm. 141 Sv; voor ontzegging gebruik openbaar vervoer of aanhouding voorafgaand transactieaanbod niet noodzakelijk

NJ 1997, 642

Richtlijnen cfm. 80 jo. 81 Wet personenvervoer niet van toepassing op opsporingsambtenaren cfm. 141 Sv; voor ontzegging gebruik openbaar vervoer of aanhouding voorafgaand transactieaanbod niet noodzakelijk

Documentgegevens:

HR 03-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0730

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 3 juni 1997
Magistraten: Hermans, Keijzer, Koster, Schipper, Aaftink
Zaaknummer: 104354
Conclusie: A-G Machielse
LJN: ZD0730
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:ZD0730, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑1997
Wetingang: Sv art. 53; Sv art. 141; Wet Personenvervoer art. 30; Wet Personenvervoer art. 80; Wet Personenvervoer art. 81; Wet Personenvervoer art. 90

Essentie

Richtlijnen cfm. art. 80 jo. 81 Wet personenvervoer zijn niet van toepassing op opsporingsambtenaren cfm. art. 141 Sv; voor ontzegging gebruik openbaar vervoer of aanhouding is voorafgaand transactieaanbod niet noodzakelijk.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 februari 1996 in de strafzaak tegen R.A., te Amsterdam, adv. mr. G.P. Hamer te Amsterdam.

Hof:

Bewezenverklaring

Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

1

hij op 24 mei 1993 te Amsterdam toen de aldaar dienstdoende P.R. Scholtz, hoofdagent van de gemeentepolitie Amsterdam, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.