NJ 1997, 598
Innerlijk tegenstrijdige telastelegging / mededeling aan B.V. dat zou worden overgegaan tot openbaarmaking of verstrekking aan derden van bij verdachte in bezit zijnd computerbestand, althans dat zij dit bestand met gegevens van en over de B.V. niet zou terugkrijgen, kan op zichzelf niet worden aangemerkt als feitelijkheid cfm. 284 Sr
HR 03-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0728
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
104247
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD0728
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0728, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑1997
- Wetingang
Sr art. 284; Sv art. 261; Sv art. 441 lid 2
Essentie
Innerlijk tegenstrijdige telastelegging. Mededeling aan B.V. dat zou worden overgegaan tot openbaarmaking of verstrekking aan derden van een bij verdachte in bezit zijnd computerbestand, althans dat zij dit bestand met gegevens van en over de B.V. niet zou terugkrijgen, kan op zichzelf niet worden aangemerkt als een feitelijkheid cfm. art. 284 Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 november 1995 in de strafzaak tegen P.A.D., te Vlaardingen, adv. mr. M. van Strien te 's-Gravenhage.
Hof:
Telastelegging
Aan de verdachte is subsidiair telastegelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.