NJ 1997, 565
Afwijzing van gemotiveerd verzoek verbalisant te doen horen miskent daarbij toepasselijke maatstaf, dan wel is zonder nadere motivering onbegrijpelijk, gezien gemotiveerde bestrijding van ambtsedig p.-v.
HR 27-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0722
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Aaftink, Machielse
- Zaaknummer
104817
- Conclusie
A-G-Machielse
- LJN
ZD0722
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0722, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑1997
- Wetingang
Essentie
De afwijzing van het gemotiveerde verzoek verbalisant te doen horen miskent de daarbij toepasselijke maatstaf (noodzaak), dan wel is zonder nadere motivering onbegrijpelijk, gezien de gemotiveerde bestrijding van het ambtsedig proces-verbaal.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda van 6 mei 1996 in de strafzaak tegen F.H.W. van H., te Breda, adv. mr. A.A. Franken te 's-Gravenhage.
Rechtbank:
Verzoek om aanhouding
De verdachte verklaart:
'Ik ontken hetgeen mij wordt telastegelegd. Het feit, zoals vastgelegd door de politie, is niet juist. Mijn vrouw en mijn dochter zaten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.