NJ 1998, 22
Verklaring bedreigde getuige bij RC als schriftelijk bescheid cfm. 344 lid 3 Sv voor bewijs gebruikt en niet cfm. 342 lid 2 Sv nu deze niet cfm. 295 Sv is voorgelezen / rechter moet cfm. 360 lid 1 en 3 Sv expliciet doen blijken dat aan de voorwaarden van 344 lid 3 Sv is voldaan én dat hij betrouwbaarheid verklaring zelfstandig heeft onderzocht
HR 20-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0710, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 mei 1997
- Magistraten
Haak, Davids, Koster, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
104693
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
ZD0710
- JCDI
JCDI:ADS145583:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0710, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑05‑1997
- Wetingang
Sv art. 295; Sv art. 342 lid 2; Sv art. 344 lid 3; Sv art. 360 lid 1; Sv art. 360 lid 3
Essentie
Verklaring van bedreigde getuige bij rechter-commissaris als schriftelijk bescheid cfm. art. 344 lid 3 Sv voor het bewijs gebruikt en niet cfm. art. 342 lid 2 Sv nu deze niet cfm. art. 295 Sv is voorgelezen. Rechter moet cfm. art. 360 lid 1 en 3 Sv expliciet doen blijken dat aan de voorwaarden van art. 344 lid 3 Sv is voldaan én dat hij de betrouwbaarheid van de verklaring zelfstandig heeft onderzocht.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 januari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.