NJ 1998, 53
Verdediging in hoger beroep door schriftelijk gemachtigde, niet zijnde advocaat, niet toegestaan / hof had, nu verdachte wenste dat namens hem verdediging werd gevoerd, blijk moeten geven van onderzoek naar evt. reden schorsing
HR 22-04-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0693
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
104783
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD0693
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0693, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑1997
- Wetingang
Sv art. 270; Sv art. 271; EVRM art. 6 lid 3 onder c
Essentie
Verdediging in hoger beroep door schriftelijk gemachtigde, niet zijnde advocaat, niet toegestaan. Hof had, nu verdachte wenste dat namens hem de verdediging werd gevoerd, blijk moeten geven van onderzoek naar eventuele reden schorsing.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 4 juni 1996 in de strafzaak tegen B.J.H., te Harkstede, gemachtigde mr. A.E. Noordhuis.
Hof:
Vertegenwoordiging?
De verdachte, genaamd: B.J.H. (…), wonende te Harkstede (…), is niet verschenen.
Op vordering van de procureur-generaal verleent het gerechtshof verstek tegen de niet verschenen verdachte en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.