NJ 1998, 52
Hof behoefde niet onderbouwde verweer in pleitnota niet op te vatten als uitdrukkelijk voorgedragen verweer cfm. 358 lid 3 Sv / raadsman moet waken voor vastlegging feitelijk onderbouwd verweer in proces-verbaal of pleitnota
HR 22-04-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0692
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 1997
- Magistraten
Haak, Davids, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- Zaaknummer
104668
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD0692
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0692, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑1997
- Wetingang
Sv art. 326 lid 4; Sv art. 358 lid 3
Essentie
Hof behoefde niet onderbouwde verweer in pleitnota niet op te vatten als een uitdrukkelijk voorgedragen verweer cfm. art. 358 lid 3 Sv. Raadsman moet waken voor vastlegging feitelijk onderbouwd verweer in proces-verbaal of pleitnota.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 december 1995 in de strafzaak tegen R.J.P.M., te Hilversum, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 12 oktober 1994 — de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.