NJ 1997, 575
Vernieling alarminstallatie, waardoor die installatie bij binnentreden daarmee beveiligd pand niet werkt en zo voorgenomen diefstal niet verhinderd wordt, is aan te merken als ‘braak’ cfm. art. 311 lid 1 sub 5° Sr
HR 08-04-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0682
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 1997
- Magistraten
Haak, Davids, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- Zaaknummer
104418
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD0682
- JCDI
JCDI:ADS73988:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0682, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑1997
- Wetingang
Sr art. 311 lid 1 onder 5°
Essentie
De vernieling van een alarminstallatie, waardoor die installatie bij binnentreden van het daarmee beveiligde pand niet werkt en zo de voorgenomen diefstal niet verhinderd wordt, is aan te merken als ‘braak’ cfm. art. 311 lid 1 sub 5° Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 20 december 1995 in de strafzaak tegen A.G.B., te Amsterdam, adv. mr. G.P. Hamer te Amsterdam.
Hof:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard is dat hij op 9 juni 1994 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.