NJ 1998, 35
Na gegrondverklaring aanvrage tot herziening moet rechter in herziening zaak opnieuw onderzoeken / als zich omstandigheid cfm. 457 lid 1 sub 2° Sv voordoet moet onderzoek ook daarop betrekking hebben
HR 18-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0651, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 1997
- Magistraten
Haak, Davids, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Schipper, Corstens
- Zaaknummer
104194
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
G. Knigge
- LJN
ZD0651
- JCDI
JCDI:ADS65428:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0651, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑1997
- Wetingang
Sv art. 457 lid 1 onder 2°; Sv art. 465 lid 2; Sv art. 473
Essentie
Na gegrondverklaring aanvrage tot herziening moet rechter in herziening de zaak opnieuw onderzoeken. Als zich een omstandigheid cfm. art. 457 lid 1 sub 2° Sv voordoet moet het onderzoek ook daarop betrekking hebben.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 januari 1996 in de strafzaak tegen P.S., te Beverwijk, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage.
Hof:
Uitspraak
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij op een aanvrage tot herziening gewezen arrest van 26 april 1994, heeft het Hof het Openbaar Ministerie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.