NJ 1998, 23
Machtiging tot conservatoir beslag cfm. 94a Sv moet cfm. 103 Sv in beginsel voorafgaande aan beslaglegging op schrift zijn gesteld / beslagene is door — nadien schriftelijk bevestigde — mondelinge machtiging echter niet in zijn belangen geschaad
HR 11-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0640
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 1997
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Bleichrodt, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
3582
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD0640
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0640, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑1997
- Wetingang
Essentie
Machtiging cfm. art. 94a Sv moet in beginsel vóór beslaglegging op schrift zijn gesteld. In casu is beslagene door verzuim echter niet in zijn belangen geschaad.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 22 juli 1996 op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door G. van der K., te Monster, adv. mr. P. Suringa te Wateringen.
Rechtbank:
Beschikking en motivering
De Rechtbank heeft ongegrond verklaard het door Van der K. ingediende beklag strekkende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.