NJ 1997, 322
's Hofs oordeel dat aannemelijk is dat verdachte ad informandum gevoegd feit heeft begaan onbegrijpelijk nu uit stukken niet blijkt dat hij het feit erkent / HR vermindert straf
HR 04-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0630 (Ad Informandum)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 1997
- Magistraten
Haak, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster
- Zaaknummer
103822
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD0630
- Roepnaam
Ad Informandum
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0630, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑1997
- Wetingang
Sv art. 271; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Essentie
Ad informandum bij verstek. 's Hofs oordeel dat aannemelijk is dat verdachte het ad informandum gevoegde feit heeft begaan is onbegrijpelijk nu uit de stukken niet blijkt dat hij het feit erkent. Hoge Raad vermindert straf.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 mei 1995 in de strafzaak tegen H.M., te Wassenaar, adv. mr. A.A. Franken te 's-Gravenhage.
Hof:
Strafmotivering
Bij het onderzoek ter terechtzitting is aannemelijk geworden, dat de verdachte zich ook heeft schuldig gemaakt aan andere, niet telastegelegde feiten, vermeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.