NJ 1997, 388
Art. 34 WAM-verklaring gehecht aan hoger beroep-akte: auto toch verzekerd? / Rb. had gebruik ambtsedig proces-verbaal nader moeten motiveren
HR 21-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0620, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 1997
- Magistraten
Haak, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Schipper
- Zaaknummer
104128
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
ZD0620
- JCDI
JCDI:ADS65433:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0620, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑1997
- Wetingang
Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; WAM art. 30; WAM art. 34 lid 2
Essentie
Aan appelakte gehechte verklaring cfm. art. 34 lid 2 WAM geeft grond aan ernstig vermoeden dat auto wel verzekerd was. Bewezenverklaring onvoldoende gemotiveerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 28 juli 1995 in de strafzaak tegen J.V., te Rotterdam.
Rechtbank:
Het hoger beroep
Aan de op 5 december 1994 ter griffie van het Kantongerecht opgemaakte akte, inhoudende dat de verdachte hoger beroep instelt tegen het vonnis van de kantonrechter, is gehecht een aan de verdachte gerichte brief van 15 september 1994, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.