NJ 1998, 462
Oorlogsmisdrijven in voormalig Joegoslavië / Nederland heeft rechtsmacht en Nederlandse rechter bevoegd (COM) / verdachte niet opgeroepen of gehoord op hoger beroep OM tegen afwijzing vordering tot instelling gerechtelijk vooronderzoek in verband met beoordeling rechtsmacht en bevoegdheid burgerlijke/militaire rechter: substantiële nietigheid
HR 22-10-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0559
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 oktober 1996
- Magistraten
Hermans, Davids, Keijzer, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
3491
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD0559
- JCDI
JCDI:ADS65687:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0559, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑10‑1996
- Wetingang
Sv art. 23 lid 2; RO art. 99 lid 1 onder 1°; WOS art. 3; WOS art. 8; WOS art. 12
Essentie
1. Oorlogsmisdrijven in voormalig Joegoslavië. Nederland heeft rechtsmacht en de Nederlandse rechter is bevoegd (conclusie OM).
2. Verdachte niet opgeroepen of gehoord op hoger beroep Openbaar Ministerie tegen afwijzing vordering tot instellen gerechtelijk vooronderzoek in verband met beoordeling rechtsmacht en bevoegdheid burgerlijke/militaire rechter: substantiële nietigheid.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, militaire kamer, van 21 februari 1996 in de zaak tegen D.K., te 's-Gravenhage.
Rechtbank:
Procesgang
4.1.1
Op 1 november 1995 heeft de Officier van Justitie een gerechtelijk vooronderzoek gevorderd met betrekking tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.