NJ 1997, 30
Ontoereikende weerlegging verweer dat veroordeling terzake deel feiten uit gerechtelijk vooronderzoek al heeft plaatsgehad/onbegrijpelijk oordeel dat het om aparte strafzaken ging
HR 16-09-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0223
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 1996
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Bleichrodt, Schipper, Aaftink, Fokkens
- Zaaknummer
102935
- LJN
ZD0223
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0223, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑1996
- Wetingang
Essentie
Onbegrijpelijk oordeel dat tweede dagvaarding geen feiten betrof waarop gerechtelijk vooronderzoek mede betrekking had maar die niet waren vermeld in eerste dagvaarding.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 juli 1995 in de strafzaak tegen F.A. van H., te Hasselt (België), zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, adv. mr. C.J. van Bavel te Utrecht.
Hof:
De procesgang
5.1
Op 16 oktober 1992 heeft de Officier van Justitie bij de Arrondissementsrechtbank te Utrecht een gerechtelijk vooronderzoek tegen de verdachte gevorderd ter zake van — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.