NJ 1997, 6
Criteria voor vaststellen undue delay in fase tussen verstekuitspraak en betekening daarvan; i.c. geen schending 6 lid 1 EVRM, op grond van verdachtes inschrijfplicht
HR 01-07-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AB7711, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 1996
- Magistraten
Haak, Davids, Koster, Schipper, Corstens, Fokkens
- Zaaknummer
102581
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AB7711
- JCDI
JCDI:ADS145570:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AB7711, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AB7711, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑1996
- Wetingang
Sv art. 366 lid 1 (oud); Sv art. 588 lid 3 (oud); Sv art. 588 lid 2 (oud); Sv art. 588 lid 3 (oud); Sv art. 588 lid 4 (oud); EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Criteria voor vaststelling redelijke termijn tussen uitspraak bij verstek en betekening daarvan. Tijdsverloop van 5 jaar en 5 maanden niet onredelijk, mede omdat verdachte zich niet in zijn woongemeente liet inschrijven.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 juni 1995 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen G.W.S., te Groningen, adv. mr. W.F. de Haan te Groningen.
Hof:
Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
Het hof heeft ambtshalve te beoordelen of ten aanzien van de strafvervolging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.