NJ 1996, 752
Onpartijdigheid rechter Rb. die reeds over medeverdachte heeft geoordeeld / ontoereikend bewijs valse belastingaangifte in verband met Meer en Vaart-verweer inzake lening
HR 01-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0506
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 1996
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Schipper, Meijers
- Zaaknummer
102432
- LJN
ZD0506
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0506, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑1996
- Wetingang
Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; EVRM art. 6 lid 1; AWR art. 68
Essentie
1. Onpartijdigheid van rechter die bewezen heeft verklaard dat medeverdachte feiten die ook aan verdachte zijn telastegelegd samen met een ander heeft gepleegd. 2. Ontoereikend bewijs van valse belastingaangifte gelet op ‘Meer en Vaart’-verweer inzake een geldlening.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 februari 1995 in de strafzaak tegen H.J.M.B., te Mitlödi (Zwitserland), adv. mr. P.J. van Hagen te Breda.
Hof:
Verweer
Namens verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de strafzaak tegen verdachte in eerste aanleg op 7 april 1993 is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.