NJ 1996, 716
Deel telastelegging niet onbegrijpelijk opgevat als vervolgingsvoorwaarde in plaats van als feitsomschrijving
HR 25-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0494
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 1996
- Magistraten
Haak, Davids, Keijzer, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Meijers
- Zaaknummer
102141
- LJN
ZD0494
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0494, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑1996
- Wetingang
Sr art. 5 lid 1; Sv art. 261
Essentie
‘Dat verdachte, zijnde Nederlander’ in telastelegging niet onbegrijpelijk opgevat als vervolgingsvoorwaarde in plaats van als onderdeel van de feitsomschrijving.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van J.L.M.B., te Kruibeke (België) adv. mr. A.J.M. Vélu te Rotterdam.
Hof:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard dat de verdachte, zijnde Nederlander, (enz.; zie onder Hof in het vorige arrest; red.)
Verweer en beslissing erop
De raadsman heeft aangevoerd dat de, bij gelegenheid van de op 24 oktober 1989 op rogatoir verzoek verrichte huiszoekingen, inbeslaggenomen boekhoudingen van Belgo Swiss PVBA, Olitex PVBA/Olietex BVBA, Ernas BV en Belgo Oil Trading ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.