NJ 1996, 621
Onderzoek vond plaats o.g.v. 9 lid 5 (oud) Opiumwet en niet o.g.v. 56 Sv
HR 28-05-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0460
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 mei 1996
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Bleichrodt, Schipper, Corstens, Fokkens
- Zaaknummer
102177
- LJN
ZD0460
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0460, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑1996
- Wetingang
Sv art. 56; Sv art. 195; Sv art. 338; Opiumwet art. 9 lid 5 (oud)
Essentie
Nu de fouillering heeft plaatsgevonden op grond van art. 9 lid 5 (oud) Opiumwet, kan het middel dat uitgaat van art. 56 Sv niet tot cassatie leiden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van M.R.I.M.B., te Noordwijk aan Zee, adv. mr. N.M. Korver te Noordwijk.
Hof:
Bewijsmiddel 2
2
Het ambtsedig proces-verbaal (…) (met) relaas van de verbalisant:
'Op 14 november 1991 omstreeks 17.03 uur heb ik, verbalisant Broere, aangehouden te Sassenheim M.R.I.M.B. (…)
Na aanhouding heb ik de verdachte in de cel van het Hoofdbureau van gemeentepolitie te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.