NJ 1997, 69
Uitlevering toelaatbaar verklaard zonder horen opgeëiste persoon: substantiële nietigheid
HR 21-05-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AD2549
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 1996
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Corstens, Van Dorst
- Zaaknummer
103232U
- LJN
AD2549
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AD2549, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AD2549, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑1996
- Wetingang
Sv art. 271; UW art. 25 lid 4; UW art. 29 lid 1; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
Vervolgingsuitlevering naar BRD. De rechtbank heeft de uitlevering toelaatbaar verklaard zonder de opgeëiste persoon te hebben gehoord: substantiële nietigheid. Vervolgd in HR 24 september 1996, NJ 1997, 70.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 29 november 1995 omtrent een verzoek van de Bondsrepubliek Duitsland tot uitlevering van M.Chr.Th.J., te Grave.
Rechtbank:
De Rechtbank heeft de gevraagde uitlevering van J. aan de Bondsrepubliek Duitsland deels toelaatbaar, deels ontoelaatbaar verklaard, één en ander zoals in de bestreden uitspraak staat omschreven.