NJ 1996, 549
Vervolging verdachte (mede) op aandrang ander land niet i.s.m. beginselen goede procesorde / vervolgingsbevoegdheid OM ter zake van overtreding 10a Opiumwet niet beperkt tot georganiseerde criminaliteit
HR 23-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0427
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 1996
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Corstens, Fokkens
- Zaaknummer
101985
- LJN
ZD0427
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0427, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑1996
- Wetingang
Sv art. 167
Essentie
Toereikende verwerping van beroep op niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie omdat vervolging van een relatief licht delict (drugsrunner) alleen zou plaatshebben op aandrang van andere staat. Geen schending van goede procesorde.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie van M'H. El H., te Rotterdam, adv. mr. E.R. Weening te Rotterdam.
Hof:
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vervolging moet worden verklaard wegens misbruik van bevoegdheden (détournement de pouvoir) nu het openbaar ministerie in casu een relatief licht strafbaar feit heeft vervolgd waarvoor artikel 10a van de Opiumwet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.