NJ 1996, 572
I.c. geen belang bij klacht inzake recht om geïnformeerd te worden cfm. 6 EVRM
HR 16-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC8301
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 april 1996
- Magistraten
Hermans, Davids, Corstens, Meijers
- Zaaknummer
102023
- LJN
ZC8301
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC8301, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑04‑1996
- Wetingang
Sv art. 433 lid 2; EVRM art. 6
Essentie
Het recht om geïnformeerd te zijn over de voortgang van zijn strafzaak kan i.c. niet gelden als een in rechte te respecteren belang bij het cassatieberoep.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van L.P., ten tijde van de bestreden uitspraak zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, adv. mr. G. Meijers te Amsterdam.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 4 oktober 1994, waarbij de Officier van Justitie niet-ontvankelijk is verklaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.