NJ 1997, 60
Ontneming voordeel / bewijsmiddelen niet in uitspraak; toch geen cassatie nu deze uit hoofdzaak kenbaar zijn
HR 19-03-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AD2509, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 maart 1996
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Bleichrodt, Schipper, Corstens, Van Dorst
- Zaaknummer
101799P
- Noot
G. Knigge
- LJN
AD2509
- JCDI
JCDI:ADS145563:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AD2509, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑03‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AD2509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑1996
- Wetingang
Sr art. 36e (oud); Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; Sv art. 511d; Sv art. 511g lid 2; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
1. Ontneming voordeel. De wetgever heeft de mogelijkheid opengelaten dat de afzonderlijke vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel wordt behandeld op dezelfde dag of dagen als de hoofdzaak. Of dat moet gebeuren is aan de gerechten overgelaten, ook in hoger beroep. 2. Inhoud bewijsmiddelen niet in uitspraak Pluk-ze zaak opgenomen; toch geen cassatie nu die bewijsmiddelen uit het arrest in de hoofdzaak kenbaar zijn door middel van vermelding van nummers.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van K.T., ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in het Huis van Bewaring te Scheveningen, adv. mrs. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.