NJ 1996, 478
Cassatie kan niet gericht zijn tegen uitspraak HR
HR 27-02-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AD2500
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 februari 1996
- Magistraten
Hermans, Davids, Corstens, Meijers
- Zaaknummer
101957
- LJN
AD2500
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AD2500, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AD2500, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑1996
- Wetingang
Sv art. 427 lid 1; Sv art. 441 lid 2; RO art. 95 lid 1; EVRM art. 6 lid 3
Essentie
Na verwijzing door Hoge Raad is de rechter gebonden aan het arrest van de Hoge Raad. Cfm. dat arrest was de strafbaarheid van het feit en van de verdachte (en een verweer dienaangaande) niet meer aan 's hofs oordeel onderworpen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van Ph.J., te Weesp, adv. mr. Th.A. de Roos te Amsterdam.
Hof:
Einduitspraak
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 18 oktober 1994, heeft het Hof in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 25 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.