NJ 1996, 263
Onder 'lijk’ cfm. 151 Sr niet slechts volledig stoffelijk overschot te verstaan maar mede een romp
HR 30-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0369
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 januari 1996
- Magistraten
Hermans, Davids, Corstens, Van Dorst
- Zaaknummer
101624
- LJN
ZD0369
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0369, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑01‑1996
- Wetingang
Sr art. 151
Essentie
Onder ‘lijk’ cfm. art. 151 Sr is niet slechts een volledig stoffelijk overschot te verstaan; onder dat begrip moet mede een romp worden begrepen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van J.M.T., te Maastricht, adv. mr. C.F.J. Leenarts te Maastricht.
Hof:
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij op of omstreeks 13 juni 1992, in de gemeente Maastricht en België tesamen en in vereniging met een ander, een lijk, te weten de romp van het stoffelijk overschot van een overledene in leven genaamd J.M.N. heeft vervoerd en/of weggemaakt met het oogmerk om het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.