NJ 1996, 147
‘Zo spoedig mogelijk’ cfm. 125h lid 1 Sv / eisen waaraan verzoek tot toevoegen van pv's en voorwerpen aan stukken moet voldoen/6 EVRM: geen recht op kennisname van pv's en voorwerpen die niet aan stukken zijn toegevoegd / ondanks kennisname van pv's geen schending ‘equality of arms’
HR 17-10-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0250
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 1995
- Magistraten
Hermans, Davids, Keijzer, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
100691
- LJN
ZD0250
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZD0250, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑1995
- Wetingang
Sv art. 125h lid 1; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder b
Essentie
‘Zo spoedig mogelijk’ cfm. art. 125h lid 1 Sv moet aldus worden verstaan dat processen-verbaal en voorwerpen niet worden vernietigd dan nadat de verdediging voldoende gelegenheid heeft gehad om te verzoeken dat een of meer daarvan aan de processtukken worden toegevoegd, en op dat verzoek is beslist. Zo'n verzoek moet dusdanig zijn geconcretiseerd dat redelijkerwijs valt na te gaan op welke (delen van) processen-verbaal en voorwerpen het doelt. Aan art. 6 EVRM valt niet het recht te ontlenen op kennisneming van processen-verbaal en voorwerpen die niet aan de stukken zijn toegevoegd. De enkele omstandigheid dat de officier ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.