NJ 1995, 416
Geen rechtsregel dwingt OvJ — die kan vervolgen op grond van 33a lid 6 WVW dan wel 26 lid 2 WVW — voor vervolging op grond van dat laatste artikel te kiezen
HR 17-01-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC9926
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 januari 1995
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Van Dorst
- Zaaknummer
98651
- LJN
ZC9926
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC9926, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑01‑1995
- Wetingang
Sv art. 167; WVW art. 33a lid 6
Essentie
Geen rechtsregel dwingt de officier van justitie — die zich voor de keuze gesteld ziet te vervolgen op grond van art. 33a lid 6 WVW dan wel art. 26 lid 2 WVW — voor vervolging op grond van dat laatste artikel te kiezen. 1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's Hertogenbosch van 7 februari 1994 in de strafzaak tegen L.A.J.G.P., te Venlo, adv. mr. A.C.J. Lina te Venlo.
Hof:
Gevoerd verweer
Subsidiair ben ik van mening dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Nu, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.