NJ 1995, 215
Gelet op wetsgeschiedenis geldt termijn van 447 lid 3 (nieuw) Sv ook voor andere belanghebbenden dan verdachte / ‘toekomende’ in 552b lid 1 Sv / rechtsverhouding moet beoordeeld worden naar recht van staat waar zij was gevestigd
HR 06-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZD1079, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 1994
- Magistraten
Hermans, Beekhuis, Davids, Keijzer, Schipper, Meijers
- Zaaknummer
3171
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
ZD1079
- JCDI
JCDI:ADS160166:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZD1079, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑1994
- Wetingang
Sv art. 447 lid 3; Sv art. 552b lid 1
Essentie
1. Gelet op de wetsgeschiedenis geldt de termijn van art. 447 lid 3 (nieuw) Sv— hoewel de wet hierover zwijgt — ook voor andere belanghebbenden dan verdachte. 2. 1. Inhoud van het begrip ‘toekomende’ cfm. art. 552b lid 1 Sv. 2. De rechtsverhouding moet beoordeeld worden naar het recht van de staat waar zij was gevestigd.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 januari 1994 op een beklag als bedoeld in artikel 552b van het Wetboek van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.