NJ 1995, 438
Feit dat is voldaan aan ‘subsidiaire’ verplichting cfm. 14 (oud) Wet bodembescherming — verontreiniging of aantasting bodem zoveel mogelijk beperken — staat niet in de weg aan veroordeling terzake niet-nakoming ‘primaire’ verplichting cfm. dat art. om redelijkerwijs te vergen maatregelen ter voorkoming van die verontreiniging of aantasting te nemen
HR 22-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9872
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 1994
- Magistraten
Haak, Keijzer, Bleichrodt, Koster, Schipper, Fokkens
- Zaaknummer
97954E
- LJN
ZC9872
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Bodem
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC9872, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑1994
- Wetingang
WBB art. 14 (oud)
Essentie
Het feit dat is voldaan aan de ‘subsidiaire’ verplichting cfm. art. 14 (oud) Wet bodembescherming — verontreiniging of aantasting van de bodem zoveel mogelijk beperken — staat niet in de weg aan veroordeling — terzake van niet-nakoming van de ‘primaire’ verplichting cfm. dat artikel — de redelijkerwijs te vergen maatregelen ter voorkoming van die verontreiniging of aantasting te nemen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Economische Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 24 december 1993 in de strafzaak tegen P.C.G.L., te 's-Gravenhage, adv. mr. Biemond te 's-Gravenhage.
Rechtbank:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.