NJ 1995/240
Geen cautie bij vordering belastinginspecteur ex 47 lid 1 AWR / nog geen verdenking van strafbaar feit, laat staan ‘criminal charge’
HR 22-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9869, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 1994
- Magistraten
Hermans, Mout, Davids, Koster, Schipper, Van Dorst
- Zaaknummer
97777
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
ZC9869
- JCDI
JCDI:ADS66211:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC9869, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑1994
- Wetingang
Sv art. 29 lid 2; EVRM art. 6; IVBP art. 14 lid 3 onder g
Essentie
Geen cautie bij vordering belastinginspecteur ex art. 47 lid 1 AWR. 's Hofs kennelijke oordeel dat nog geen sprake was van verdenking van een strafbaar feit, laat staan van een ‘criminal charge’ cfm. art. 14 lid 3 onder g IVBP en art. 6 EVRM is niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 april 1993 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven tussenbeslissingen van 25 maart 1993 in de strafzaak tegen M.A., te Aerdenhout, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.